Spraaktaalmateriaal vraagt een minimaal bedrag voor de downloads, zonder winstoogmerk of verdienmodel, puur om de kosten te dekken van (het maken van en onderhouden van) de site. Er zit veel tijd en aandacht in al het materiaal.  Het wordt heel erg gewaardeerd wanneer u de illustraties en teksten niet zomaar doorgeeft of doorstuurt. U zou andere ouders wél een link naar deze site kunnen sturen.

 

Oefenen met vertellen en zinnen maken.

 

Voor welke kinderen?

  • is uw kind tussen de 3 en de 6 jaar?
  • heeft uw kind moeite met zinnen maken?
  • kan uw kind soms niet vertellen wat het bedoelt?
  • weet uw kind niet altijd hoe alles heet?
  • spreekt u thuis een andere taal en wilt u met uw kind Nederlands oefenen?
  • geniet uw kind juist veel van talige spelletjes?
  • wilt u samen met uw kind bezig zijn met iets wat leuk, leerzaam en gezellig is?

 

Welke zinnen?

zinnen met hij, zij, haar, hem en hen

 

De download gaat vergezeld van een woordenlijst/tekstdocument

 

Heeft uw kind al logopedie? Vraag zo nodig advies aan de behandelend logopedist.

 

Wat kun je doen met een blad? Hieronder vindt u een beschrijving van de spelletjes die mogelijk zijn.

 

Zinnen maken:

  • De download wordt vergezeld van een document met de woorden of teksten
  • Oefen het eerst met echte voorwerpen, bijvoorbeeld duplopoppetjes of boerderijdieren. Doe het voor, aai het schaap en zeg: ‘kijk! Ik aai hem. Kun jij hem ook aaien? Zeg maar: ik aai hem. Nu aait het paard hem, hij aait het schaap. Zeg maar: hij aait hem’. Wijs de dieren die u bedoelt telkens aan.
  • Start met één blad zodat het kind maar één begrip tegelijkertijd krijgt aangeboden, bijvoorbeeld ‘Hij-Hem’.
  • Vertel aan het kind dat jullie om de beurt iets gaan vertellen van het blad, de ander moet goed kijken. Vraag aan het kind: waar zie je: hij duwt hem? Het kind legt er een fiche op. 
  • Daarna mag het kind. Wanneer het kind de zin niet kan zeggen, of alleen een plaatje aanwijst, help het kind dan met de goede zin: ‘we moeten het wel om de beurt goed vertellen. Kan jij ook zeggen: ‘hij duwt hem?’. Als dat nog te moeilijk is kan het kind alleen aanvullen ‘hem’ als u zegt: ‘hij duwt....’.
  • De zin kan steeds moeilijker gemaakt worden: ‘hij duwt’, ‘hij duwt hem’, ‘hij duwt hem op de schommel’
  • Wanneer het kind van elke afbeelding iets kan vertellen kunt u twee bladen gaan mixen. Bijvoorbeeld ‘hij-hem’ en ‘hij-haar’.
  • Memorie: druk elk blad twee keer af en plak deze op een gekleurd vel. Knip alle kaartjes uit en leg ze op de kop. Nu om de beurt twee kaartjes omdraaien en vertellen wat er op staat. Als je twee dezelfde hebt mag je nog een keer.
  • Lotto: druk elk blad twee keer af. Het ene blad plak je op een gekleurd vel en daar knip je alle kaartjes van uit. Het andere blad blijft heel, ieder kiest er één en legt het voor zich neer (bijvoorbeeld het kind heeft het blad van ‘hij-hem’ en u heeft het blad van ‘hij-haar’.) Leg alle kaartjes op de kop. Pak om de beurt een kaartje en zeg wat er op staat. Degene die deze afbeelding op het grote blad heeft staan zegt: voor mij! en mag hem er op leggen. Wie het eerst het hele blad vol heeft, heeft gewonnen.

 

Vertellen (deze bladen zijn nog in ontwikkeling en verschijnen begin april 2020):

  • De platen die bij ‘Vertellen’ staan kunt u gebruiken als uw kind op school werkt over een bepaald thema.
  • Vertel in eigen woorden het verhaal, volg daarbij de verhaallijn startend links boven op het blad, de bocht om, eindigend links onder.
  • Laat uw kind het verhaal navertellen.

 

Samen oefenen

Kinderen verschillen onderling sterk wanneer het gaat om hun tempo van ontwikkeling. Kinderen leren taal door samen met u te praten en te ‘kletsen’. De meeste kinderen leren taal spontaan. Voor sommige kinderen is het moeilijker om een woordenschat op te bouwen en om te ontdekken hoe je goede zinnen maakt. Sommige kinderen hebben meer moeite om taal te begrijpen en weten vaak niet wat je bedoelt. Deze kinderen vallen misschien op doordat ze hun aandacht er niet bij lijken te hebben. Vaak begrijpt u uw eigen kind goed en weet u precies wat het bedoelt. Maar u merkt misschien dat de gesprekken met uw kind en anderen stroef verlopen. Wanneer een kind veel last heeft gehad van oorontstekingen kan het een tijdje allerlei informatie gemist hebben. Misschien heeft uw een kind onderzoeken gehad en heeft het de diagnose Taalontwikkelingsstoornis. Deze bladen kunnen gebruikt worden om met uw kind te oefenen korte zinnen te maken. Ook kunnen ze gebruikt worden om de betekenis van woorden te leren, de woordenschat te vergroten. Maar natuurlijk kunnen ook andere kinderen die gemakkelijk praten genieten van de spelletjes en de aandacht.

Voor het kind is het van belang dat het oefenen prettig en gezellig is. Lekker even samen spelen en kletsen. 

 

Over de werkbladen:

Deze zijn getekend in zwart-wit zodat u ze gemakkelijker kan printen. Het kind kan ze natuurlijk inkleuren.