Spraaktaalmateriaal vraagt een minimaal bedrag voor de downloads, zonder winstoogmerk of verdienmodel, puur om de kosten te dekken van (het maken van en onderhouden van) de site.   Er zit veel tijd en aandacht in al het materiaal.  Gebruik ze voor uw eigen leerlingen. Het wordt heel erg gewaardeerd wanneer u de illustraties en teksten niet zomaar doorgeeft of doorstuurt. U zou andere leerkrachten wél een link naar deze site kunnen sturen.

 

Praten over een tekst. 

 

Voor wie?

  •  leerlingen in groep 3
  • leerlingen die moeite hebben met leren lezen
  • leerlingen die juist graag veel nieuwe teksten lezen
  • leerlingen in groep 2 die al wat vooruitlopen in de ontluikende geletterdheid
  • leerlingen in groep 2 die wat moeite hebben met taal, vertellen en zinnen maken

 

Een kind leert op school ‘technisch lezen’ (de letters benoemen en er woorden van maken). Begrijpend lezen betekent juist de betekenis van de tekst begrijpen, dus weet je ook waar het over gaat? Dat gaat samen, maar sommige kinderen hebben zo veel moeite met de techniek dat zij de betekenis niet goed meekrijgen. Samen met het kind praten over de inhoud van de tekst is van belang om begrijpend lezen te stimuleren. We lezen omdat we er iets van leren, omdat je in een boek iets meemaakt wat je in het echt niet zou meemaken, omdat het leuk is, ontspannend of juist spannend! Praten over de tekst gaat dus veel verder dan: “wat gebeurde er op bladzijde 3?”. Het stimuleert ook de taalontwikkeling. Doordat je iets gelezen hebt leer je nieuwe woorden. Je leert goede zinnen maken. Je leert situaties onder woorden brengen. De Wie-Wat-Waar-vragen zijn vaak weinig uitnodigend. Juist kinderen die moeite hebben met de taal kunnen dan blokkeren.

Praten over een tekst gebeurt dan ook in een gezellige, prettige sfeer. Er zijn verschillende soorten vragen en reacties die u kunt geven op een tekst. 

Bijvoorbeeld: 

 

Vragen naar een persoonlijke reactie: 

· Wat zou jij in deze situatie doen? 

· Hoe zou jij je voelen in deze situatie? 

· Wat zou jij antwoorden als iemand dat tegen je zei? 

 

Vragen naar de relaties en contacten die een kind heeft: 

· Hoe zouden jouw vrienden reageren op zo iemand? 

· Wat zouden jouw ouders zeggen als je zo iemand mee naar huis bracht? 

· Zouden jouw vrienden je in zo’n situatie brengen? 

 

Denkvragen: 

· is dit wel logisch? 

· Waarom ben je nu in de war? 

· Wat had jij eerder gedacht wat er zou gaan gebeuren? 

 

Vragen naar de verhaallijnen in de tekst: 

· wat voor iemand is de hoofdpersoon? 

· Past, wat hij doet, wel bij zijn karakter? 

· Wat denk je dat hij van plan is? 

 

Kritische vragen: 

· Hoe zouden we dit spannender kunnen maken? 

· Hoe is dit vergeleken met een ander boek dat je gelezen hebt? 

· Hoe zou jij het vinden als het…(zo of zo)…. was afgelopen 

 

Bron: “Dyslectische kinderen leren lezen” 

Hfst. 5, pag. 75: Connect en Ralfi 

 

 

Spraaktaalmateriaal vraagt een minimaal bedrag voor de downloads, zonder winstoogmerk of verdienmodel. Er zit veel tijd en aandacht in al het materiaal.  Gebruik ze voor uw eigen leerlingen. Het wordt heel erg gewaardeerd wanneer u de illustraties en teksten niet zomaar doorgeeft of doorstuurt. U zou andere leerkrachten wél een link naar deze site kunnen sturen.