Spraaktaalmateriaal vraagt een minimaal bedrag voor de downloads, zonder winstoogmerk of verdienmodel, puur om de kosten te dekken.  Gebruik deze voor uw eigen leerlingen. Stuur de illustraties en teksten niet zomaar door! Er zit veel aandacht en tijd in al het materiaal; stuur als u de site leuk vindt de link door.

 

Informatie over de downloads

Oefenen met vertellen en zinnen maken.

 

 Voor welke leerlingen?

  • kinderen van de groepen 1 en 2.
  • kinderen die ‘kromme zinnen’ maken
  • kinderen die zich niet duidelijk kunnen uitdrukken
  • kinderen met een kleine woordenschat
  • kinderen die Nederlands als tweede taal leren.
  • Of juist kinderen die van talige spelletjes genieten

 

Welke zinnen?

zinnen met hij, zij, haar, hem en hen

 

Heeft uw leerling al logopedie? Vraag zo nodig advies aan de behandelend logopedist.

 

De download gaat vergezeld van een woordenlijst/tekstdocument

Wat kun je doen met een blad? Hieronder vindt u een gedetailleerde beschrijving voor individuele begeleiding (bijvoorbeeld RT).

Zinnen maken:

  • Oefen het eerst met echte voorwerpen, bijvoorbeeld duplopoppetjes of boerderijdieren. Doe het voor, aai de koe en zeg: ‘kijk! Ik aai hem. Kun jij hem ook aaien? Zeg maar: ik aai hem. Nu aait het paard hem, hij aait de koe. Zeg maar: hij aait hem’.
  • Start met één blad zodat het kind maar één begrip tegelijkertijd krijgt aangeboden, bijvoorbeeld ‘Hij-Hem’.
  • Vertel aan het kind dat jullie om de beurt iets gaan vertellen van het blad, de ander moet goed kijken. Vraag aan het kind: waar zie je: hij duwt hem? Het kind legt er een fiche op. 
  • Daarna mag het kind. Wanneer het kind de zin niet kan zeggen, of alleen een plaatje aanwijst, help het kind dan met de goede zin: ‘we moeten het wel om de beurt goed vertellen. Kan jij ook zeggen: ‘hij duwt hem?’. Als dat nog te moeilijk is kan het kind alleen aanvullen ‘hem’ als u zegt: ‘hij duwt....’.
  • De zin kan steeds moeilijker gemaakt worden: ‘hij duwt’, ‘hij duwt hem’, ‘hij duwt hem op de schommel’
  • Wanneer het kind van elke afbeelding iets kan vertellen kunt u twee bladen gaan mixen. Bijvoorbeeld ‘hem’ en ‘haar’.
  • Memorie: druk elk blad twee keer af en plak deze op een gekleurd vel. Knip alle kaartjes uit en leg ze op de kop. Nu om de beurt twee kaartjes omdraaien en vertellen wat er op staat. Als je twee dezelfde hebt mag je nog een keer.
  • Lotto: druk elk blad twee keer af. Het ene blad plak je op een gekleurd vel en daar knip je alle kaartjes van uit. Het andere blad blijft heel, ieder kiest er één en legt het voor zich neer (bijvoorbeeld het kind heeft het blad van ‘hij-hem’ en u heeft het blad van ‘hij-haar’.) Leg alle kaartjes op de kop. Pak om de beurt een kaartje en zeg wat er op staat. Degene die deze afbeelding op het grote blad heeft staan zegt: voor mij! en mag hem er op leggen. Wie het eerst het hele blad vol heeft, heeft gewonnen.

 

Vertellen (deze bladen zijn nog in ontwikkeling en verschijnen begin april 2020):

  • De platen die bij ‘Vertellen’ staan kunt u gebruiken bij een thema in de klas.
  • Vertel in eigen woorden het verhaal, volg daarbij de verhaallijn startend links boven op het blad, de bocht om, eindigend links onder.
  • Laat de kinderen het verhaal navertellen.

 

Taal leren

In uw groep zitten waarschijnlijk kinderen die onderling flink verschillen in het niveau van hun taalontwikkeling. Kinderen leren taal door samen te praten en te ‘kletsen’. De meeste kinderen leren taal spontaan. Voor sommige kinderen is het moeilijker om een woordenschat op te bouwen en om te ontdekken hoe je goede zinnen maakt. Sommige kinderen hebben meer moeite om taal te begrijpen en weten vaak niet wat je bedoelt. Deze kinderen vallen misschien op in de groep doordat ze hun aandacht er niet bij lijken te hebben. Wanneer een kind veel last heeft gehad van oorontstekingen kan het een tijdje allerlei informatie gemist hebben. Misschien heeft u een kind in de klas dat gediagnosticeerd is met TOS. Deze bladen kunnen gebruikt worden om met het kind te oefenen korte zinnen te maken. Ook kunnen ze gebruikt worden om de betekenis van woorden te leren, de woordenschat te vergroten. U kunt ze bij de individuele begeleiding gebruiken of in de groep.

 

Voor wie?

Deze bladen zijn geschikt voor kinderen van de groepen 1 en 2 en 3. Bij kinderen die ‘kromme zinnen’ maken of zich niet duidelijk kunnen uitdrukken kunnen deze bladen aanvulling zijn op bijvoorbeeld de oefeningen van logopedie. Overleg eventueel met de behandelend logopedist. De bladen kunnen ook gebruikt worden voor het onderwijs aan kinderen die Nederlands als tweede taal leren.

Bij kinderen die juist gemakkelijk praten en alles goed kunnen benoemen kan het een leuke aanvulling zijn.

 

Over de werkbladen:

Deze zijn getekend in zwart-wit zodat u ze gemakkelijker kan printen. Het kind kan ze natuurlijk inkleuren.