Spraaktaalmateriaal vraagt een minimaal bedrag voor de downloads, zonder winstoogmerk of verdienmodel. Er zit veel tijd en aandacht in al het materiaal.  Gebruik ze voor uw eigen leerlingen. Het wordt heel erg gewaardeerd wanneer u de illustraties en teksten niet zomaar doorgeeft of doorstuurt. U zou andere leerkrachten wél een link naar deze site kunnen sturen.

 

Hoe kan je oefenen met de medeklinkerverbindingen.

 

Samen oefenen

Deze bladen kunnen gebruikt worden voor verschillende doeleinden; om uitspraak te oefenen of om letters (klanken) te ontdekken. U kunt de bladen individueel gebruiken bij de RT of samen met de hele groep.

Bij deze bladen staat het verhaaltje niet centraal. Het zijn meer kijk- en ontdekbladen; praatplaten. Gebruik ze om te benoemen, te luisteren naar de woorden, de klanken te ontdekken.

 

Voor wie?

Deze bladen zijn geschikt voor kinderen van de groepen 1 (vooral uitspraak oefenen), 2 (uitspraak en letterherkenning) en 3 (MMKM-woorden ontdekken). Bij kinderen die uitspraakfouten maken en moeite hebben om bepaalde letters (klanken) te zeggen kunnen deze bladen aanvulling zijn op bijvoorbeeld de oefeningen van logopedie. Overleg eventueel met de behandelend logopedist. De bladen kunnen ook gebruikt worden voor het onderwijs aan kinderen die Nederlands als tweede taal leren.

 

Over de werkbladen:

Deze zijn getekend in zwart-wit zodat u ze gemakkelijker kan printen. Het kind kan ze natuurlijk inkleuren. Bij elk blad hoort een woordenlijst zodat u kunt zien welke woorden er allemaal bedoeld worden. 

 

Letters (klanken) ontdekken:

  • Gebruik de bladen wanneer u een  bepaalde lettercombinatie aanleert.
  • Laat de kinderen vertellen wat ze allemaal op de plaat zien. U kunt het woordenblad erbij pakken om alle woorden te ontdekken.
  • Laat de kinderen luisteren wanneer u over de plaat vertelt. De woorden die zij ontdekken met de doelletters worden opgeschreven.
  • Vraag dan aan het kind: denk je dat er een woord met  ...(kr/bl/kn..) bij staat? Als het kind zelf al een woord ontdekt met die letter kunt u het kind dat woord laten kleuren. 
  • Gebruikt u verschillende kleuren voor medeklinkers en klinkers? Dit kan heel verduidelijkend werken; er staan TWEE van dezelfde kleur vooraan in het woord.
  • Laat het kind die letters opschrijven of overtrekken (u schrijft de letters met potlood).
  • Als het kind niet weet welke woorden met die letters beginnen kunt u vragen: ‘begint tafel  met kn-?’ of: ‘begint knuffel met kn-?’. Noem dus niet alleen woorden die WEL met die letter beginnen.
  • Als het nog steeds moeilijk is kunt u er meer nadruk op gaan leggen: ‘begint knuffel met een kn-? Even denken, KNNuffel, KNNuffel, ja ik hoor KN als ik zeg knuffel’. Uiteraard is het woord ‘knuffel’ geen woord dat kinderen in groep 3 al kunnen lezen maar de ontdekking dat dit woord begint met kn- past wel bij kinderen van die leeftijd.
  • Het is zinvol om al vroeg de letters erbij te betrekken, zo is er ook visuele ondersteuning.
  • U kunt proberen of het kind ook één van de woorden goed kan zeggen. Zo kunt u het langzaam opbouwen.

 

Uitspraak oefenen:

Wanneer het kind steeds een klank weglaat wanneer er twee medeklinkers vooraan in het woord staan (het kind zegt bijvoorbeeld ‘teen’ als het steen bedoelt) pakt u het blad waar de woorden staan met die klank vooraan in het woord (in dit geval st-).

  • U vertelt wat er allemaal op het blad staat. 
  • U neemt fiches (rozijnen, kleine kaartjes, muntjes o.i.d.). Nu zegt u: ‘ik ga steeds een woord zeggen, maar ik zeg het eerst fout. Als ik het daarna goed zeg mag er een fiche op de plaat. Is dat een toel? Een toel? Nee, dat is een ssstoel. Leg er maar een fiche op’. 
  • De keer daarna kunt u het blad pakken en de woorden soms goed, soms fout zeggen. Wanneer u het goed zegt mag er een fiche op. Het kind moet dus zelf goed luisteren of het goed of fout gezegd is.
  • U kunt proberen of het kind ook één van de woorden goed kan zeggen. Zo kunt u het langzaam opbouwen.